De Wet betaalbare huur treedt deze week in werking, met significante gevolgen voor zowel huurders als verhuurders.
Er komt een nieuwe categorie gereguleerde middenhuurwoningen en uitbreiding van sociale huurwoningen.
Tijdelijke huurcontracten worden beperkt en gemeenten krijgen meer mogelijkheden om te handhaven.
Maandag treedt de Wet betaalbare huur in werking, slechts een week na goedkeuring door de Eerste Kamer.
Deze nieuwe wet heeft grote implicaties voor zowel huurders als verhuurders. Demissionair woonminister Hugo de Jonge verwacht dat de huren van ongeveer 300.000 woningen zullen dalen, wat neerkomt op een voordeel van circa €700 miljoen per jaar voor huurders, terwijl verhuurders hier een nadeel van zullen ondervinden.
Tegenstanders vrezen echter dat verhuurders hun woningen eerder zullen verkopen dan akkoord te gaan met lagere huren.
Nieuwe categorie middenhuur
De meeste aandacht voorafgaand aan de stemming ging uit naar de middenhuur, een nieuw segment gereguleerde huurwoningen gebaseerd op het woningwaarderingsstelsel.
Woningen met 144 tot en met 186 punten vallen nu in deze categorie. Volgens het ministerie wordt voor 40% van deze middenhuurwoningen momenteel meer huur gevraagd dan volgens het puntenstelsel gerechtvaardigd is.
De maximale huur voor een middenhuurwoning is nu €1.157,95, een bedrag dat jaarlijks per 1 juli kan stijgen.
Er zijn echter uitzonderingen voor woningen waarvan de bouw voor 2028 start, of bij transformaties, waarbij een opslag van 10% op de huur toegestaan is om nieuwbouw te stimuleren. Monumentale woningen krijgen een nieuwe regeling met een huuropslag van maximaal 35%, afhankelijk van de grootte van de woning.
Uitbreiding sociale huurwoningen
Naast de nieuwe middenhuurwoningen verwacht minister De Jonge dat het aantal sociale huurwoningen zal toenemen met ruim 100.000 stuks.
Dit betreft woningen die nu als vrijesectorwoning worden verhuurd, maar volgens het puntenstelsel als sociale huurwoning kwalificeren. Huurders van dergelijke woningen kunnen nu te allen tijde een lagere huur afdwingen via de huurcommissie, ook als het huurcontract ouder is dan zes maanden.
Er geldt een overgangsperiode van een jaar voor huidige huurders, zodat zij tijd hebben om aan de nieuwe huurprijzen te wennen. Voor woningen die al in de sociale huursector worden verhuurd, zijn de nieuwe huurregels per direct van toepassing.
Einde aan tijdelijke huurcontracten
De nieuwe Wet vaste huurcontracten, geïnitieerd door GroenLinks-PvdA en de ChristenUnie, maakt vaste huurcontracten weer de norm vanaf 1 juli.
Alleen specifieke doelgroepen, zoals studenten en gescheiden ouders, kunnen nog tijdelijke huurcontracten krijgen.
Naast de nieuwe regels voor huurprijzen worden ook de mogelijkheden voor handhaving uitgebreid. Huurders van gereguleerde woningen kunnen voortaan altijd naar de huurcommissie stappen om een lagere huur af te dwingen.
Gemeenten krijgen vanaf 1 januari 2025 de bevoegdheid om boetes op te leggen aan verhuurders die te hoge huren rekenen, zelfs zonder klacht van huurders.
Comentarios